auteur | coach | programmamaker | pastor

Hoe is het met óns?

Het is smullen geblazen bij de parlementaire enquête woningcorporaties. Tenminste, als je van zondebokken houdt. Vooral mensen die hoog gestegen zijn vallen lekker hard. En dus spreken we met graagte schande van ‘topmannen’ (alleen die naam al) Hubert Möllenkamp van Rochdale en Erik Staal van Vestia. U weet wel, de één had een Maserati, de ander heeft een tweede huis op Bonaire.

Maserati2

Blog verschenen op de website van Oikocredit. Klik hier voor meer blogs

Maar die auto en dat huis doen er niet toe. Hooguit als symptomen van iets groters. Dat moeten we leren inzien, als we economisch wat volwassener willen worden. En dat is toch de bedoeling van een crisis? Dat je doorgroeit en niet dezelfde (maar wel andere) fouten gaat maken?

Met mij gaat het goed, met ons gaat het minder. Zo is al jaren de stemming in Nederland, volgens sociale onderzoekers. Gemiddeld genomen zijn we heel tevreden over ons persoonlijk leven, maar we maken ons zorgen over onze samenleving: de omgangsvormen, politiek, jeugd, integratie, economie, zorg, milieu, enzovoorts. Hoe het daar toch verder mee moet?

Opmerkelijk, al die aandacht voor het persoonlijk leven en het gezamenlijke niet-weten. Precies hetzelfde stramien wordt zichtbaar bij de parlementaire enquête woningcorporaties, en eerder bij alle ophef over de bonussen van bankiers: grote verontwaardiging over het gedrag van personen, weinig aandacht voor het systeem waarin de hebzucht en megalomanie van mensen (vooruit: vooral mannen) zoveel ruimte kreeg.

We overvragen het individu en ondervragen het systeem. Want is het nieuw dat mensen (niet alleen mannen hoor) zich aangetrokken voelen tot macht, geld, prestige? Zelfs als ze met idealen beginnen? Nee toch?

Toch zijn we geschokt als blijkt dat ‘topmannen’ die hun gang mogen gaan maar al te vaak uitgroeien tot zonnekoninkjes. En deze mannen, die al overvraagd werden toen ze te grote salarissen en verantwoordelijkheden kregen, worden nu nog steeds overvraagd: ze moeten hun persoonlijke moraal upgraden. Daartoe stellen we gedragscodes op en strengere regels.

Van het systeem of het weefsel waarbinnen zij functioneren, wordt weinig verwacht. Blijkbaar denken we dat de organisatie van een woningcorporatie of een bank alleen geschikt is om regels te stellen en toezicht te houden.

Maar een systeem kan meer zijn dan een orde waarbinnen individuen marcheren. Het kan ook mensen uitnodigen om zich te ontwikkelen, om meer te zijn dan de som der delen, om boven zichzelf uit te stijgen.

Natuurlijk moet er een stevig en duidelijk systeem zijn van checks en balances. Woningcorporaties en banken zijn uit de bocht gevlogen omdat er alleen macht, en geen tegenmacht was, omdat posities niet rouleerden, omdat er geen tijd werd genomen voor lastige gesprekken, maar er voortdurend moest worden ‘doorgepakt’ om maar geen ‘opportunities te missen’.

Maar daarnaast moet een systeem ook een levend weefsel zijn. En dat gebeurt als mensen worden uitgenodigd om bij te dragen aan een doel dat groter is dan zijzelf. Als er een cultuur is waarin mensen zich kunnen ontwikkelen, fouten maken, twijfels delen. Een cultuur waarin winst breder wordt gedefinieerd dan alleen de financiële winst voor de aandeelhouders of de ‘topmannen’ (zullen we die term maar eens afschaffen?).

Zo’n cultuur, daar ben ik van overtuigd, is te organiseren. Maar daar zijn we beginners in. ‘Hoe gaat het met ons? Wat is goed voor ons?’ Dat gesprek moeten we nodig leren voeren.

De financiële en economische crisis laat zien, dan wat goed is voor mij niet altijd goed is voor ons. Sterker nog: dat ik eerst ons ben, en dan pas ik. Een bevrijdend inzicht.

« »