Wat leer ik tot nu toe uit wat ik ‘Het laboratorium van overvloed noem’, mijn spreekbeurten over Geld en Goed in buurthuizen, café’s en kerkelijke centra in Rheden, Assen, Den Haag, Nijmegen, Oss, Alphen aan de Rijn, Groningen, Eindhoven, Hattem, Utrecht, Zwijndrecht, Vught (etc.)?
Ten eerste: dat mensen snakken naar een andere taal om over economie na te denken. Ze houden soms de adem in als ik zeg dat wij zelf de crisis veroorzaakt hebben, door in economische fabeltjes te geloven en eraan mee te doen. En dan halen ze weer een beetje adem als ik zeg dat wij ook het antwoord zijn.
Mensen zijn soms voelbaar opgelucht als ik zeg dat praten over de economie niet aan economen is maar aan iedereen. Dat economie geen natuurwetenschap is. En dat financiële slimmerds juist hun best hebben gedaan om het zo ingewikkeld te maken opdat wij zouden afhaken. Zelfs bankdirecteuren snapten hun eigen producten niet meer!
En ook zijn mensen opgelucht als ik zeg dat zij, net als heel veel andere mensen, geen calculerende burgers zijn, maar warmbloedige en betrokken mensen, die economische beslissingen nemen op veel diverser gronden dan die van een consument. Uit zorg en liefde bijvoorbeeld, uit betrokkenheid, enthousiasme, humor, medeleven. Om maar wat te noemen.
Op een dieper niveau resoneert mijn stelling dat iedereen een impliciet begrip heeft van wat immateriële rijkdom is, en dat het fijn is daar aandacht aan te besteden, om daarin te groeien. Ook herkennen ze de ervaring dat groeien in die rijkdom als vanzelf de materiële rijkdom minder interessant maakt.
En als er mensen zijn die bezorgd vragen of ik alles wel helemaal goed doordacht heb, klinkt er soms zelfs gelach op, als ik zeg dat er geen enkel systeem bestaat dat alles ondervangt. ‘Ons leven is broddelen’, zeg ik dan, ‘in het klein en in het groot. De vraag is welke kant we opbroddelen en of we dat een beetje samen doen.’
En wat tenslotte lucht geeft (ja, er moet vaak veel lucht uit!) is mijn opvatting van wat een debat is: ik voer geen debat om te winnen of te verliezen, maar om er samen wijzer van te worden, zelfs al worden we het niet eens.
Mijn ‘tournee’ is, kortom, voor mij ook een mooi avontuur, waarin er steeds nieuwe woorden of beelden ontstaan waarop je ook over economie en over het wezenlijke kunt praten. Niet met economen, professoren, columnisten, stedelijke intellectuelen, maar met gewone mensen, die het geweldig vinden dat ze zelfstandig en gezamenlijk kunnen reflecteren op hun doen en laten, en op een heel wezenlijk niveau van wie zij zijn en wat ze willen betekenen.
Dit is een deel van een artikel onder dezelfde titel dat verschijnt in het meinummer van het tijdschrift Waardenwerk.
Margreet
13 mei 2014 — 17:49
Mooi! Mooi! mooi geschreven Arjan! En ik wist niet dat je een blog had! Ik zal je promoten.
Jeanette van WifiTea
14 mei 2014 — 11:12
Mooie actie, goed blog, duidelijke boodschap. #applaus