De werkelijke stresstest voor ons financieel-economisch systeem is niet of de banken een nieuwe crisis kunnen doorstaan, maar of ze een nieuwe rol kunnen spelen. Banken moeten de economie niet draaiende houden, maar dienen. Op die paradigmaverschuiving worden ze helaas niet getest.
Verschenen in de serie blogs voor Oikocredit Nederland.
Binnenkort ga ik verhuizen. Ik kocht een huis in een dorp, veel goedkoper dan in het mooie stadsdeel waar ik nu nog woon. Mijn kantoorruimte in het centrum van de stad geef ik ook op.
Als mijn bank mij aan een stresstest zou onderwerpen, dan kom ik er wel doorheen. Nu wel. Mijn buffers zijn nog wat klein, maar ik breng de kosten van mijn ‘bedrijfsvoering’ fors terug, in de hoop meer ruimte te maken om te ondernemen: wandelen in de polder, de houtkachel stoken, Lego bouwen met mijn jongste, boeken lezen en tuinieren.
Allemaal dingen die ik van waarde vind, en waar ik na een aantal hectische jaren en een bijna-burnout meer aandacht voor wil maken. Want eigenlijk deed ik in het klein wat we als samenleving in het groot deden: ik ging ervan uit dat wat ik op de toppen van mijn gezondheid en werklust kon normaal was. Tot er een crisis kwam: ik kon niet op de oude voet verder en moest keuzes maken. Crisis komt niet voor niets van het Griekse woord krinein, onderscheiden.
Economisch gesproken is er maar één probleem: de waarde van wandelen, bij de kachel zitten lezen, tuinieren en tijd voor mijn zoons is niet zichtbaar in mijn jaarcijfers. Sterker: volgens mijn boekhouder en de Belastingdienst gaat het slechter met mij, want mijn Bruto Persoonlijk Product neemt af.
Dit weekend maakte de Europese Centrale Bank (ECB) bekend hoe de Europese banken hun stresstest hebben doorstaan. Ze moesten bestand zijn tegen denkbeeldige economische rampen: een economische krimp van drie procent, een daling van de aandelenkoersen van twintig procent, daling van de huizenprijzen en plotselinge sterke toename van het aantal werklozen.
De meeste banken blijken de laatste jaren ruimere buffers te hebben opgebouwd, al zijn er nog flinke kapitaaltekorten geconstateerd. Maar opvallend is de toon die veel politici en andere belanghebbenden kiezen in de duiding van het nieuws: alsof we bijna door de crisis zijn. De banken hoeven nu alleen maar meer kredieten te gaan geven, en dan komt het goed, want dan gaat het geld weer rollen.
Dit is opvallend om minstens twee redenen. Ten eerste valt er wel wat op deze conclusie aan te merken. Als, bijvoorbeeld, Griekenland toch omvalt of negen (!) Italiaanse banken ten onder gaan in een plotselinge heftige dip, heeft heel Europa een probleem. Maar goed: politici noch bankiers zijn gebaat bij onrust. De crisis van 2008 heeft aangetoond dat vertrouwen in het financiële systeem cruciaal is.
Ten tweede valt op dat er maar geen ander economisch verhaal ontstaat: men blijft doen alsof banken een centrale rol in de economie spelen, in plaats van een dienende. De banken komt dat goed uit natuurlijk: die zijn graag belangrijk. Wie niet? Maar misschien hebben ze ook geen idee. Een paar kleintjes uitgezonderd zijn mensen die bij banken werken jarenlang afgerekend op omzet en winst. Wat is dan de maatstaf voor kwaliteit en waarde?
Het is tragisch dat nog steeds niet duidelijk is dat economische groei niet zit in hogere huizenprijzen, meer kredieten om spullen te kopen en een nieuwe vastgoedbubbel. Op papier kan dat er even als winst uitzien, maar het heeft niets te maken met de waardevermeerdering van nieuwe en duurzame bedrijvigheid en werkgelegenheid. Om nog maar te zwijgen van al dat andere wat waarde heeft: alles wat je kunt kopen met tijd en aandacht, maar dat de jaarcijfers drukt.