Geen pracht, geen praal en nergens pontificaal. De uitvaart van de wereldberoemde theoloog professor doctor magister Schillebeeckx, op oudejaarsdag in de volle Nijmeegse Dominicuskerk, was een viering van het volk. En van de dominicaanse familie, die afscheid nam van ‘onze blijmoedige en vrijmoedige broeder Edward’.
En dan word je 95 jaar oud, en dan staat je doodskist naast de kribbe. De briljante theoloog Schillebeeckx had het vast een mooi teken gevonden. En luisterend naar de viering die zijn afscheid was, is het maar beter dat hij vlak voor Kerstmis overleed, en niet bijvoorbeeld met Pasen. Want hoewel Schillebeeckx jarenlang lichamelijk heeft geleden, was hij eerst en vooral een gelukkig en dankbaar mens, die licht en warmte bracht door zijn persoonlijkheid en zijn intellectuele prestaties.
Het afscheid ademde dan ook de sfeer van voltooiing en teruggave van een leven dat in 1914 begonnen was. Het was dus geen raar gezicht de dode vlak voor het altaar te zien staan, met links ervan een grote kerststal.
Koud
Misschien had het iets met de timing te maken: een sterfgeval vlak voor Kerstmis en een begrafenis op oudejaarsdag, de laatste dag van het decennium. Misschien had het iets met de snijdende koude te maken, of de problemen op het spoor die dag. Of misschien heeft Edward Schillebeeckx zijn eigen beroemdheid wat overleefd.
Hoe dan ook, het was opvallend dat Schillebeeckx uitgeleide werd gedaan door broeders en zusters uit de Dominicaanse familie, door zijn eigen familie en vrienden, en door zijn vele leerlingen uit binnen- en buitenland. Kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders waren er weinig, alleen oud-bisschop Jan Bluyssen en bisschop Gerard de Korte van Groningen-Leeuwarden waren aanwezig. Eén rij voor laatstgenoemde zat Huub Oosterhuis, wiens tafelgebed ‘Gij die weet’ intens gezamenlijk werd gezongen: ‘En niemand valt of hij valt in uw handen.’
Uit België was bisschop Johan Bonny van Antwerpen aanwezig, ook oud-bisschop Glazenmaker van de oud-katholieke kerk was er.
Erik Borgman leest het Evangelie, Johannes 2, 1-22.
Hartsteen
Voorgangers tijdens de viering waren de provinciaals van Vlaanderen en Nederland, Domien Vaganée en Ben Vocking. De eerste memoreerde de ‘krop in de keel’ die veel Vlaamse dominicanen hadden toen Schillebeeckx in 1958 naar Nederland vertrok. Hij roemde het theologisch werk van de dode als ‘ideeën gebeiteld in hartsteen’. En hij tekende hem als een man die in de laatste jaren van zijn leven, ofschoon lichamelijk kwetsbaar, een vriendelijke oom werd voor de kinderen in zijn buurt.
Broeders sluiten de kist. Tine Halkes en Jan Bluyssen kijken toe.
Anderen die een rol speelden bij de uitvaart waren lekendominicaan en hoogleraar theologie Erik Borgman, die een theologisch portret van zijn leermeester schilderde. De kaarsen rond de kist werden aangestoken door zuster dominicanes Hadewijch Snijdewind, die Schillebeeckx de laatste jaren zorgend nabij was. Voorbeden en korte toespraken kwamen van leden van de Dominicaanse familie en van Faruk Ates, een jongeman die Schillebeeckx kende als vriend van zijn familie, en die hem oom noemde.
Onder het zingen van het ’ten paradijze’ wordt de kist met het stoffelijk overschot de kerk uitgedragen.
Academische zitting
De dominicanen kozen bewust voor een viering op beperkte schaal. In overleg met de Radboud Universiteit Nijmegen, waar Schillebeeckx als een icoon van de academie geldt, werd besloten geen toespraak in te lassen, maar over enkele weken een plechtige academische zitting te houden, op 2 februari van 16.00u tot 17.30u. Deze website zal u op de hoogte houden.
Aan het einde van de viering in de feestelijk versierde Dominicuskerk werd de open kist van Schillebeeckx door medebroeders dichtgeschroefd en onder de adventskrans door geleid door enkele broeders dominicanen. Op het kerkhof van de dominicanen, achter het Albertinum, volgde een korte plechtigheid bij de teraardebestelling. Na Psalm 23 en het Salve Regina gooiden honderden handen aarde in de kuil.
Tekst en beeld: Arjan Broers