Na het succes van ‘Wees niet bang’, de dikke biografie van de Bredase bisschop Tiny Muskens die vier drukken kreeg, volgt nu een klein slotdeel: over de dood. Muskens kondigt er zijn afscheid in aan, later in 2007. Op 2 februari 2008 is hij monnik geworden in de benedictijnse Pauluscommuniteit in Teteringen, in verbondenheid met de cisterciënzers van Zundert.
Een boek met vraaggesprekken (‘Opmaat’) en een essay (’tot Eeuwigheid’) over stilte, gebed, het wonder van ons leven en de dood.
‘Dit boek gaat over de dood. Dat wij doodgaan, dat ik dood ga, en dat we het daar zo weinig over hebben. Dat we ons niet voorbereiden op de dood, en dat we onszelf daar tekort mee doen.
Maar eigenlijk gaat dit boek over God. Dat God bestaat, dat wij met God verbonden zijn, dat wij ons leven en onze dood in die verbondenheid kunnen beleven.’
Zo begint dit boekje dat bisschop Tiny Muskens van Breda maakte met theoloog en publicist Arjan Broers. In de vorm van gesprekken en een essay vragen zij aandacht voor waarden die in onze huidige westerse cultuur uit de mode zijn: soberheid, stilte, ontvankelijkheid, gebed en aandacht voor de dood en het hiernamaals. Waarden die ons in onze welvarende en haastige westerse wereld helpen om rustiger en innerlijk rijker te leven en te sterven.
Overigens heeft het benedictijnse avontuur Muskens niet gebracht wat hij hoopte. Hij woont nog steeds in Teteringen, maar nu niet meer met monniken, maar met oud-missionarissen. Muskens leidt verder wel een monnikenbestaan: hij bidt, hij studeert, hij wandelt, en maakt zijn ‘geloof gevoelig voor de dood’, zoals hij het zegt.